Van Aanval tot Zero-Day, van Achterdeur tot Worm, van Open Source tot Penetratietest. Wat al deze woorden gemeenschappelijk hebben? Ze staan allemaal in het Cybersecurity Woordenboek, het cyberneefje van de Dikke Van Dale, een soort Dikke Digitale. Het digitale domein verovert in rap tempo terrein, maar de bijbehorende taal is voor lang niet iedereen begrijpelijk. Er was dringend behoefte aan een speciaal woordenboek. Onder leiding van Cyberveilig Nederland werkten ruim 60 organisaties, overheidspartijen en private partijen mee aan de samenstelling van het woordenboek. Op deze website leggen we iedere maand drie termen uit, deze keer de volgende:
Bot
Een computerprogramma dat zelfstandig taken kan uitvoeren. Bot is een afkorting van robot. Een bot kan onschuldig zijn: zoekmachines gebruiken bijvoorbeeld bots om websites te vinden. Maar iemand kan een bot ook gebruiken om in te breken in een computer. Een computer die besmet is met een bot, noemen we ook wel een zombie. De gebruiker van een computer merkt vaak niets van een bot.
Vriend-in-nood-fraude
Vorm van oplichting waarbij het slachtoffer denkt een bekende (vaak zoon of dochter) te helpen met een betaling.
Vulnerability assessment
Handmatige controle waarbij je zwakke plekken in een systeem opspoort. Bij een vulnerability assessment kijk je naar een klein gebied. Dat is anders dan bij een penetratietest, waarbij je zo diep mogelijk in een systeem wilt komen.
Meer informatie
Ken je alle drie de termen? Dan ben je in ieder geval een beetje op de hoogte van de ‘digitaal’. Niet? Dan is het misschien tijd om het woordenboek eens door te bladeren. Dat kan op de website van de Digital Trust Center. Veel succes!